“Iedereen heeft een plek in de stad. Zeggenschap over eigen leven, leren, zorg en werk leidt tot een inclusieve samenleving."
Met blik gericht op 2015 sorteren we voor op Participatiewet en sociaal ondernemen in zorg en welzijn. Velen werken hard om de tanker van koers te laten veranderen, sommigen lopen voorop. Het vraagt nog al een denkomslag dat ondernemen in de zorg. Tegelijkertijd is er een enorme arbeidsreserve en dreigt het quotum alleen maar te leiden tot substitutie. Dat is geen oplossing.
Tijdens de participantenbijeenkomst van De Omslag, maar ook tijdens de europese Inwork conferentie, die plaats vond tijdens de Participatiemarkt op 11 november jl. heeft Frank Kalshoven ons meegenomen in de tijd. Met cijfers laat hij zien hoe we mensen met een arbeidsbeperking sinds de jaren 50 steeds vaker op de bank met een uitkering hebben gezet. En naar de dokter hebben gestuurd. Nu blijkt dat dat te duur wordt is er geen andere weg mogelijk dan allemaal de buikriem aantrekken, of economie te maken van arbeidsuren voor mensen met een arbeidsbeperking. Frank Kalshoven schreef een column voor De Omslag en zegt: we maken er economie van!
COLUMN
Omdat de lat voor deelname aan de arbeidsmarkt steeds hoger komt te liggen, is het voor mensen met een handicap – van welke aard dan ook – steeds lastiger hierop een plek te veroveren. Honderdduizenden die graag zouden willen werken, blijven noodgedwongen aan de kant.
Wat doen we hieraan in Nederland? Ik zie twee grotere bewegingen.
Eén: Een voorhoede van maatschappelijk betrokken werkgevers verzint oplossingen. Autisten testen software. Blinden werken in een verduisterd restaurant. Mooi. Maar veelal kleinschalig.
Twee: Onder dreiging van een quotumregeling heeft VNO-NCW zich verplicht de komende jaren vrijwillig ruim honderdduizend banen te scheppen voor arbeidsgehandicapten. Dit moet het verlies aan arbeidsplaatsen in Sociale Werkplaatsen compenseren. Fijn. Maar contre coeur.
Om echt vooruitgang te boeken, is mijn stelling, moeten we op zoek naar stevige economische oplossingen. Grootschalig. En niet tegen heug en meug, maar juist vol enthousiasme.
Hoe? De markt werkt toch tegen? Niet als we zelf een nieuwe maken.
Stel: elke werkgever moet op 1 januari per 25 werknemers voor 10 duizend euro een certificaat kopen van het ministerie van Sociale Zaken. Dat certificaat verplicht de werkgever in dat jaar 1500 uur werk te bieden aan een arbeidsgehandicapte. Voldoet de werkgever aan deze verplichting, dan kan het certificaat op 31 december weer worden ingeleverd en wordt de 10 duizend euro teruggestort. Zo klinkt het nog als een doodgewone plicht (op last van een dwangsom).
Maar stel verder: de certificaten zijn verhandelbaar. En we beginnen een beurs waarop werkgevers die voor arbeidsgehandicapten geen plek willen of kunnen maken, hun certificaten kunnen verkopen. Aan wie? Aan werkgevers die dat wel willen en kunnen.
Wat kost een certificaat voor 1500 uur werk op de beurs? Fors minder dan 10 duizend euro, want de aanbiedende werkgever wil van z’n plicht af. Zeg: 2500 euro. De werkgever die met de gehandicapten werkt, koopt dus een certificaat op de beurs voor 2500 euro en ontvangt aan het einde van het jaar 10 duizend euro bij inlevering. Je zou ook kunnen zeggen: de verkopende werkgever subsidieert de arbeidsplaats bij de kopende werkgever met 7500 euro.
Een beurs? Handel? Geld verdienen aan arbeidsgehandicapten? Ja graag. Want als we nieuwe economie maken met arbeidsgehandicapten kunnen we serieus arbeidsplaatsen creëren. Niet kleinschalig en met de beste bedoelingen. Niet tegen heug en meug. Grootschalig. En uit welbegrepen eigenbelang.
Frank Kalshoven is directeur van De Argumentenfabriek. Reageren? Email: frank@argumentenfabriek.nl.